Tot de 90-er jaren van de vorige eeuw, werd Conference beschouwd als een peer met vrij goede kwaliteitseigenschappen, maar bovenal als een peer met uitstekende bewaareigenschappen. Door een sterke omslag in de teelt van Conference is de gemiddelde kwaliteit van de peren duidelijk verbeterd en wordt de peer nu door veel consumenten als de lekkerste handpeer beoordeeld. De bomen worden nu veel opener gesnoeid. Daarnaast wordt heel sterk met de hand gedund, waardoor het vruchtaantal terug gebracht wordt tot 200.000 - 250.000 stuks vruchten per hectare. Net als in de wijnbouw, hebben deze maatregelen een sterk effect op de kwaliteit. Ook krijgt bemesting veel meer aandacht dan voorheen. Een verbeterde kaliumvoorziening zorgt voor een beter suikergehalte, maar ook andere voedingselementen zoals stikstof, magnesium, calcium, mangaan, ijzer en zink, hebben hun weerslag op de in- en uitwendige kwaliteit.
Door deze maatregelen hebben de vruchten een veel egaler en bovenal ook hoger suikergehalte. De meeste partijen komen nu op 12,5-14,5°Brix, waar er vroeger volop peren waren die slechts tot 10-11°Brix kwamen. In het algemeen wordt gesteld dat vruchten met een suikergehalte boven de 12,5°Brix een uitstekende smaak hebben en boven de 11°Brix een voldoende smaak. Onder de 11°Brix is de smaak onvoldoende. De vruchten worden veelal geoogst met een hardheid van 5,5-6,5 kg/cm². Na bewaring en uitstalperiode in de winkelaankoop ligt de hardheid veelal 1 kg/cm² lager.
Conference heeft als grote voordeel ten opzichte van andere perenrassen dat de vruchten zowel gegeten kunnen worden aan het begin van de rijping, als ze nog knapperig zijn en een hardheid hebben van rond de 5 kg/cm², als aan het einde van de rijping, wanneer de vruchten een hardheid hebben van 1,5-2 kg/cm². In dit tweede geval is de peer volledig rijp en is het vruchtvlees smeltend zacht en heerlijk zoet en aromatisch van smaak. Gezien de vrij snelle omslag van hard naar zacht, is het belangrijk om de peren in de afzetketen voortdurend koud (0°C) te houden. Ook bij de consument is het vaak beter om de peren in een koele omgeving te bewaren.
De peren kennen een grote variatie in maat, waarbij de peren in maat variëren van 45 mm tot 80 mm. Bij goed verzorgde aanplanten zit slechts een klein aandeel van de peren onder de 55 mm en zit ongeveer de helft van de vruchten tussen 55 en 65 mm en de andere helft tussen de 65 en 75 mm. De vruchten worden op 5 mm gesorteerd.
Conference kan in meer of mindere mate gebronsd zijn. Veelal wordt een lichte mate van gebronsdheid, een gladde verruwing, als kenmerkend gezien en juist positief beoordeeld. Als gebronsdheid echter omslaat naar sterke verruwing, zogenaamde opstaande verruwing, dan wordt gebronsdheid juist als negatief kwaliteitkenmerk gezien.
In de afzetketen behoren de vruchten een groene grondkleur te hebben. Vruchten met een lichtgele grondkleur zijn in het algemeen in een vrij ver gevorderd stadium van rijping en eigenlijk alleen nog geschikt voor directe consumptie. In sommige winkelformules wordt Conference als eetrijp (ready to eat) aangeboden. In dat geval zijn de peren veelal wel lichtgeel van grondkleur. Indien de peren neigen naar donkergeel, dan zijn ze overrijp en niet meer geschikt voor verkoop.
Als bij doorsnijden het vruchtvlees wit-groen is en nog vrij droog blijft op het snijvlak, dan zijn de peren nog niet geschikt voor consumptie. Als het vruchtvlees bij doorsnijden weliswaar hard is, maar wel flink vochtig is, dan zijn de peren optimaal voor de liefhebbers van harde peren. Als het vruchtvlees nog groen-wit is, maar wel zacht is, dan is de peer optimaal voor liefhebbers van zachte smaakvolle peren. Zodra het vruchtvlees vervolgens doorkleurt naar geel-groen, dan is de peer overrijp en niet langer smaakvol.
Bron Fruitconsult - Nederland ( www.fruitconsult.com )